Vertaal
Naar andere talen: • afsnoeren > DEafsnoeren > ENafsnoeren > ES
Vertalingen afsnoeren NL>FR
afsnoeren (ww.) attacher (ww.) ; ficeler (ww.) ; lier (ww.) ; ligaturer (ww.) ; ligoter (ww.) ; nouer (ww.) ; relier (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `afsnoeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afbinden