Vertalingen afrit NL>FR
de afrit
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈɑfrɪt] |
| Verbuigingen: | -ten (meerv.) |
weg waarmee je van een hoofdweg af gaat -
sortie (la ~) | bij de volgende afrit afslaan - prendre la sortie suivante |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de afrit (m) | départ (m) ; embranchement (m) ; sortie (v) |
| afrit | bretelle ; bretelle de raccordement ; rampe d'accès ; sortie ; sortie d'autoroute |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `afrit`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afslagNL: vertrek