Vertaal
Naar andere talen: • afmeren > DEafmeren > ENafmeren > ES
Vertalingen afmeren NL>FR
afmeren (ww.) aborder (ww.) ; accoster (ww.) ; amarrer (ww.) ; prendre d'assaut (ww.) ; s'achever (ww.)
afmeren amarrer
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `afmeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanleggen
NL: aanmeren
NL: meren
NL: vastbinden
NL: vastleggen
NL: vastmaken
NL: vastmeren