aansprakelijk

bijv.naamw.

Uitspraak:

[anˈsprakələk]

als je verantwoordelijk bent (voor iets) en daar de gevolgen van moet ondervinden - responsable

iemand aansprakelijk stellen voor de schade - rendre quelqu'un responsable des dégâts aansprakelijkheidsverzekering - assurance (de) responsabilité

© K Dictionaries Ltd.

aansprakelijk

responsable

Bron: interglot




NL: gehouden
NL: schuldig
NL: verantwoordelijk

NL: aansprakelijk stellen FR: rendre responsable
NL: zich aansprakelijk stellen FR: se porter garant (de)
NL: hoofdelijk aansprakelijk FR: solidaire
NL: wettelijk aansprakelijk FR: civilement responsable