Vertalingen zwaaien NL>FR
zwaaien
werkw.
Uitspraak: | [ˈzwajə(n)] |
Verbuigingen: | zwaaide (verl.tijd ) heeft gezwaaid (volt.deelw.) |
1) (van iemand) groeten door je hand te bewegen -
(agiter la main pour) saluer zwaaien naar de koningin - saluer la Reine |
2) heen en weer bewegen -
agiter , remuer met vlaggetjes zwaaien - agiter des petits drapeaux De hond zwaait met zijn staart. - Le chien remue la queue. |
Er zwaait wat! (=er dreigt straf) - Les punitions vont tomber!
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zwaaien (ww.) | flotter (ww.) ; waver (ww.) ; virer (ww.) ; vaciller (ww.) ; tressauter (ww.) ; tourner (ww.) ; sursauter (ww.) ; secouer (ww.) ; se balancer (ww.) ; saluer (ww.) ; osciller (ww.) ; fluctuer (ww.) ; chanceler (ww.) ; cahoter (ww.) ; brimbaler (ww.) ; bercer (ww.) ; balancer (ww.) ; agiter (ww.) |
zwaaien | balancement du chercheur ; papillonnage ; mouvement déphasé en avant ; éviter ; évitage ; brandir |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `zwaaien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: heen en weer zwaaienNL: maaienNL: met de hand groetenNL: schommelingNL: slingerenNL: slingeringNL: swingenNL: trillingNL: wuivenNL: zwaai