Vertalingen zagen NL>FR
zagen
werkw.
Uitspraak: | [ˈzaxə(n)] |
Verbuigingen: | zaagde (verl.tijd ) heeft gezaagd (volt.deelw.) |
met een zaag in stukken verdelen -
scier een houten plank doormidden zagen - scier une planche de bois en deux |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zagen (ww.) | ronfler (ww.) ; ronronner (ww.) |
het zagen | le sciage |
zagen | sciage |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `zagen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: doorzagenNL: knorrenNL: krassenNL: ronkenNL: snorrenNL: zeurenUitdrukkingen en gezegdes
NL: op de viool
zagen
FR: racler du violon