Vertalingen weken NL>FR
weken
werkw.
| Uitspraak: | ['wekə(n)] |
| Verbuigingen: | weekte (verl.tijd ) is, heeft geweekt (volt.deelw.) |
1) lange tijd in een vloeistof liggen om schoon of zacht te worden -
tremper | Laat het T-shirt eerst een nachtje weken in water met chloor. - Faites tremper d'abord le teeshirt une nuit dans de l'eau additionnée de Javel. |
2) in een vloeistof leggen om schoon of zacht te worden -
faire tremper | De maiskorrels worden eerst geweekt en dan gemalen. - On fait tremper d'abord les grains de maïs et puis on les moud. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| weken (ww.) | faire tremper (ww.) ; laisser tremper (ww.) ; radoucir (ww.) ; rendre mou (ww.) ; rendre tendre (ww.) ; s'attendrir (ww.) ; se ramollir (ww.) ; tremper (ww.) |
| het weken | trempage (m) |
| weken | macération ; mettre en trempe ; mouillage ; trempage ; trempe ; tremper |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `weken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: inwekenNL: onthardenNL: verwekenNL: week makenNL: zachtmaken