Vertalingen winkelen NL>FR
winkelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈwɪŋkələ(n)] |
Verbuigingen: | winkelde (verl.tijd ) heeft gewinkeld (volt.deelw.) |
voor je plezier winkels bezoeken -
faire du shopping , faire du lèche-vitrines © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
winkelen (ww.) | emmagasiner (ww.) ; faire provision de (ww.) |
winkelen (p) | courses (f-p) |
het winkelen | shopping (m) |
winkelen | consultation de fournisseurs ; faire des courses |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `winkelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: boodschappen doenNL: inkopenNL: inslaanNL: shoppen