Vertalingen vrijspreken NL>FR
vrijspreken
werkw.
| Uitspraak: | ['vrɛisprekə(n)] |
| Verbuigingen: | sprak vrij (verl.tijd ) heeft vrijgesproken (volt.deelw.) |
(van een rechter) zeggen dat iemand onschuldig is juridisch -
acquitter © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| vrijspreken (ww.) | acquitter (ww.) ; blanchir (ww.) ; décharger (ww.) ; déclarer innocent (ww.) ; disculper (ww.) ; innocenter (ww.) ; laver (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vrijspreken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dechargerenNL: vrijpleitenNL: zuiveren