Vertalingen vrijmaken NL>FR
vrijmaken (ww.) | affranchir (ww.) ; dégager (ww.) ; désencombrer (ww.) ; laisser libre (ww.) ; liberalisér (ww.) ; libérer (ww.) ; mettre en liberté (ww.) |
vrijmaken | débarrasser ; libérer ; mettre en liberté |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `vrijmaken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afhelpenNL: banenNL: bevrijdenNL: emanciperenNL: loslatenNL: verlossenNL: vrijlatenNL: vrijvechten