Vertalingen vouwen NL>FR
['vɑuwə(n)] [vvt: heeft gevouwen]1 een vouw maken door een stuk textiel, papier enz. op een ander stuk van dezelfde kant te leggen - plier
`Vouw jij je onderbroeken?`
Est-ce que tu plies tes slips?
`Vouw de brief tweemaal in de breedte.`
Pliez la lettre deux fois dans le sens de la largeur.
`een hoedje vouwen`
plier un chapeau en papier
`opvouwen`
plier
je handen vouwen
(= je handen zo bij elkaar doen dat elke vinger naast een vinger van de andere hand ligt) - croiser les doigts
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vouwen (ww.) | déplier (ww.) ; plier (ww.) ; plier en deux (ww.) ; rabattre (ww.) ; replier (ww.) ; s'ouvrir (ww.) ; se déplier (ww.) |
vouwen | déposer en plis ; pliage ; plier ; pliure ; se plier |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `vouwen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: opvouwen