Vertaal
Naar andere talen: • vluchten > DEvluchten > ENvluchten > ES
Vertalingen vluchten NL>FR
['vlʏxtə(n)]
[vvt: is gevlucht]

1 weggaan omdat je ergens bang voor bent - s'enfuir - fuir

  `We zijn gevlucht voor de regenbui.`
  Nous avons fui l'averse.

  `Tijdens de oorlog zijn ze gevlucht.`
  Ils se sont enfuis pendant la guerre.


© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vluchten (ww.) couler (ww.) ; déguerpir (ww.) ; filer (ww.) ; fuir (ww.) ; s'enfuir (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `vluchten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: ervandoor gaan
NL: ontglippen
NL: ontkomen
NL: ontsnappen
NL: ontvluchten
NL: uitwijken
NL: vlieden
NL: wegkomen
NL: weglopen
NL: wegrennen