1. MWB
  2. Vertalen
  3. vakantie (NL>FR)
Vertaal
Naar andere talen: • vakantie > DE • vakantie > EN • vakantie > ES
Vertalingen vakantie NL>FR

de vakantie

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  [vaˈkɑn(t)si]
Verbuigingen:  -s (meerv.)

1) periode van een aantal dagen waarin je vrij bent en niet hoeft te werken - vacances (les ~ (v)), congés (le ~)
gesloten wegens vakantie - fermé pour cause de vacances / de congés payés
zomervakantie - vacances d'été
uitdrukking kerstvakantie

2) vakantiereis - voyage d'agrément
op/met vakantie gaan naar Italië - partir en vacances en Italie

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de vakantie (v) année de congé (v) ; congé (m) ; congé payé (m) ; jour de congé (m) ; permission (v) ; vacances (v) ; vacations (v) ; voyage (m)
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Suzanne; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `vakantie`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: reis
NL: snipperdag
NL: tocht
NL: verlof
NL: verlofjaar
NL: verloftijd

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: vakantie hebben FR: être en vacances, avoir congé
NL: vakantie nemen FR: prendre un jour de congé
NL: met vakantie gaan FR: partir en vacances