Vertalingen tijdstip NL>FR
[ˈtɛitstɪp] [mv: tijdstippen]1 bepaald moment in de tijd (1) - moment (le ~(m))
heure (la ~(v))
date (la ~(v))
`uitstellen tot een later tijdstip`
remettre à plus tard
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het tijdstip | instant (m) ; moment (m) |
tijdstip | la période |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `tijdstip`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ogenblikNL: plaatsNL: tijdNL: uur