Vertalingen sjouwen NL>FR
sjouwen
werkw.
Uitspraak: | [ˈʃɑuwə(n)] |
Verbuigingen: | sjouwde (verl.tijd ) heeft gesjouwd (volt.deelw.) |
(iets zwaars) met veel moeite en inspanning dragen -
trimballer stenen sjouwen - trimballer des pierres |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sjouwen (ww.) | porter (ww.) ; porter avec effort (ww.) ; traîner (ww.) ; trimballer (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `sjouwen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dragenNL: meeslepenNL: ploeterenNL: torsenNL: zeulen