I precies

bijv.naamw.

Uitspraak:

[prəˈsis]

met aandacht voor de details - précis/-ise

Het precieze aantal deelnemers is nog niet bekend, maar het zijn er meer dan tweehonderd. - Le nombre précis des participants n'est pas encore connu, mais il y en a plus de deux cents.

II precies

bijwoord

Uitspraak:

[prəˈsis]

nauwkeurig - exactement

Het past precies. - Cela va parfaitement. precies hetzelfde - identique

[prəˈsis]

1 ( nauwkeurig) met aandacht voor de details - précis/-ise

  `Het precieze aantal deelnemers is nog niet bekend, maar het zijn er meer dan tweehonderd.`
  Le nombre précis des participants n'est pas encore connu, mais il y en a plus de deux cents.


© K Dictionaries Ltd.

precies

précis ; juste ; justement ; méticuleusement ; méticuleux ; minutieuse ; minutieusement ; minutieux ; ponctuel ; ponctuellement ; jusqu'aux moindres détails ; précisément ; rigoureux ; satisfaisant ; scrupuleusement ; scrupuleux ; soigné ; soigneusement ; soigneux ; vigilant ; corect ; ample ; amplement ; approfondi ; approprié ; avec application ; avec précision ; consciencieuse ; consciencieusement ; consciencieux ; correct ; correctement ; dans le détail ; de façon détaillée ; détaillé ; en détail ; exact ; exactement ; concrètement

Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek




NL: accuraat
NL: bepaald
NL: correct
NL: exact
NL: foutloos
NL: gedetailleerd
NL: goed
NL: haarfijn
NL: inderdaad
NL: juist

NL: exactement, om 6 uur precies FR: à  six heures précises, à  six heures pile
NL: precies zijn FR: être très exact
NL: akelig precies FR: minutieux
NL: precies 5 jaar geleden FR: il y a juste 5 ans
NL: precies op tijd FR: à  point
NL: niet precies weten FR: ne pas savoir au juste