Vertalingen praat NL>FR
praat
zelfst.naamw.
deel van de uitdrukking: -
aan de praat raken met iemand (=met iemand een gesprek gaan voeren) - engager la conversation avec quelqu'un
|
een apparaat aan de praat krijgen (=een apparaat nadat het niet werkte weer laten werken) - faire fonctionner un appareil en panne
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de praat (m) | bavardage (m) ; brin de causette (m) ; causerie (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `praat`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gepraatNL: gesprekNL: spitUitdrukkingen en gezegdes
NL: praats hebben
FR: avoir le verbe hautNL: aan de
praat houden
FR: retenir