Vertaal
Naar andere talen: • opsporen > DEopsporen > ENopsporen > ES
Vertalingen opsporen NL>FR
opsporen (ww.) découvrir (ww.) ; dépister (ww.) ; déterminer (ww.) ; discerner (ww.) ; localiser (ww.) ; tracer (ww.) ; trouver (ww.)
opsporen déceler ; détecter ; rechercher ; repérer
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `opsporen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: lokaliseren
NL: merken
NL: ontdekken
NL: ontwaren
NL: traceren
NL: uitmaken
NL: vaststellen
NL: vinden