Vertaal
Naar andere talen: • opsporen > ENopsporen > ESopsporen > FR
Vertalingen opsporen NL>DE
opsporen (ww.) auflösen (ww.) ; ausfindig machen (ww.) ; entdecken (ww.) ; finden (ww.) ; herausbekommen (ww.) ; herausbringen (ww.) ; hinterkommen (ww.) ; trassieren (ww.)
opsporen aufspüren ; auftreiben ; aufzeichnen ; nachspüren ; nachweisen ; nachziehen ; verfolgen
Bronnen: interglot; Antiquarian Dictionary; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `opsporen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: lokaliseren
NL: merken
NL: ontdekken
NL: ontwaren
NL: traceren
NL: uitmaken
NL: vaststellen
NL: vinden

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: een misdadiger opsporen DE: (door politie) nach einem, auf einen Verbrecher fahnden