Vertalingen opdonderen NL>FR
opdonderen (ww.) | décamper (ww.) ; ficher le camp (ww.) ; s'en aller (ww.) ; se casser (ww.) ; se retirer (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `opdonderen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: inrukkenNL: ophoepelenNL: opkrassenNL: oplazeren