Vertalingen nederlaag NL>FR
de nederlaag
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [ˈnedərlax] |
Verbuigingen: | -lagen () |
verlies na een strijd -
défaite (la ~) een nederlaag lijden - essuyer/subir un échec een verpletterende nederlaag - une défaite écrasante |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de nederlaag | défaite (v) ; détriment (m) ; échec (m) ; fiasco (m) ; insuccès (m) ; perte (v) ; tort (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `nederlaag`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afgangNL: echecNL: flauwteNL: klapNL: overwonnen-wordenNL: pantoffelNL: verliesUitdrukkingen en gezegdes
NL: een
nederlaag toebrengen (lijden)
FR: infliger (essuyer) une défaite