Vertaal
Naar andere talen: • kruisen > DEkruisen > ENkruisen > ES
Vertalingen kruisen NL>FR

kruisen

werkw.
Uitspraak:  [ˈkrœysə(n)]
Verbuigingen:  kruiste (verl.tijd ) heeft gekruist (volt.deelw.)

1) dwars op elkaar staan - croiser , couper
kruisende lijnen - lignes entrecroisées
Die wegen kruisen elkaar. - Ces routes se croisent.

2) bij het zeilen zigzag bijna tegen de wind varen - louvoyer
Heen moesten we kruisen, maar terug voeren we voor de wind. - A l'aller on a dû louvoyer, mais au retour nous avions le vent en poupe.

3) (een plant of dier) bevruchten met een ander ras biologie - croiser
Een paard kruisen met een zebra, dat lukt nooit. - Croiser un cheval avec un zèbre, ça ne marche jamais.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
kruisen (ww.) barrer (ww.) ; contrecarrer (ww.)
kruisen croiser
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `kruisen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: een kruis slaan
NL: laveren
NL: patrouilleren
NL: snijden
NL: tegen de wind in varen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: kruisend fietspad FR: traversée (la) de piste cyclable