Vertalingen kaartje NL>FR
het kaartje
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈkarcə] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
stuk papier waarmee je ergens naar binnen kunt -
billet (le ~), ticket (le ~) een kaartje voor de bus kopen - prendre un ticket pour le bus We hebben al kaartjes voor het museum. - Nous avons déjà des tickets pour le musée. treinkaartje - billet de train |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het kaartje | billet (m) ; carte (v) ; permis (znw.) ; ticket (m) |
kaartje | billet ; petite carte ; titre de voyage |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `kaartje`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: biljetNL: entreebiljetNL: kaartNL: plaatsbewijsNL: ticketNL: toegangsbewijsNL: toegangsbiljetUitdrukkingen en gezegdes
NL: zijn
kaartje afgeven
FR: déposer sa carte (chez quelqu'un)