Vertalingen inslikken NL>FR
inslikken (ww.) | avaler (ww.) ; engloutir (ww.) ; gober (ww.) ; se commander (ww.) ; se contenir (ww.) ; se posséder (ww.) |
inslikken | ravaler |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `inslikken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beheersenNL: doorslikkenNL: inhoudenNL: rustig blijvenNL: terugnemenNL: verzwelgen