Vertaal
Naar andere talen: • hij > DEhij > ENhij > ES
Vertalingen hij NL>FR

hij

pronoun
Uitspraak:  [hɛi]

<je gebruikt dit woord als je naar een man of naar een de-woord verwijst, als die het onderwerp van de zin is>
- il/elle
Mijn vader is vroeg opgestaan. Hij gaat vissen. - Mon père s'est levé tôt. Il va à la pêche.
De auto staat al tijden voor de deur. Hij is kapot. - La voiture se trouve déjà depuis longtemps devant la porte. Elle est cassée.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hij il ; les ; elle (v) ; il (m) ; la (v) ; le (m) ; lui
Bronnen: ICT-Woordenboek; Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `hij`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
NL: hij, die FR: celui qui
NL: een hij FR: un garçon