Vertalingen getal NL>FR
het getal
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [xeˈtɑl] |
Verbuigingen: | -len (meerv.) |
1) cijfer of combinatie van cijfers om een aantal of hoeveelheid aan te duiden -
nombre (le ~), chiffre (le ~) twee getallen bij elkaar optellen - additionner deux nombres/chiffres |
een even getal (=een getal dat door twee gedeeld kan worden) - un nombre pair
4 is een even getal. - 4 est un nombre pair
|
een rond getal (=een getal dat een of meer nullen aan het einde heeft) - un chiffre/nombre rond
|
in grote getale (=met heel veel mensen) - en grand nombre
De mensen doen in grote getale mee aan de demonstratie. - Les gens particpent en grand nombre à la manifestation.
|
2) feit dat een woordvorm een enkelvoud of een meervoud is taalkunde -
nombre (le ~) Het woord 'dieren' heeft als getal meervoud. - Le mot 'dieren' est du nombre pluriel. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het getal | chiffre (m) ; nombre (m) ; numéro (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `getal`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aantalNL: cijferNL: nummerNL: waardeUitdrukkingen en gezegdes
NL: in groten
getale
FR: en grand nombreNL: ten
getale van
FR: au nombre deNL: om het
getal vol te maken
FR: pour faire nombre