Vertalingen geslacht NL>FR
[xəˈslɑxt] [mv: geslachten]1 ( sekse) feit dat je een man of een vrouw bent - sexe (le ~(m))
`van het vrouwelijk geslacht zijn`
être du sexe féminin
2 ( geslachtsorgaan) penis of vagina - sexe (le ~(m))
3 familieleden met dezelfde oorsprong - famille (la ~(v))
`Hij komt uit een oud, adellijk geslacht.`
Il est issu d'une famille de la vieille noblesse
4 [Taalkunde]"/> ( woordgeslacht) ( genus) (van een woord) feit dat het mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is - genre (le ~(m)) (grammatical)
`Als een woord onzijdig is, gebruik je het lidwoord 'het'. Is het woord mannelijk of vrouwelijk, dan combineer je het met 'de'.`
Lorsqu'un mot est du neutre, on utilise l'article 'het'; lorsqu'il est du masculin ou du féminin, on le combine avec 'de'.
© K Dictionaries Ltd.
Overige bronnen
het geslacht | clan (m) ; dynastie (v) ; espèce (v) ; famille (v) ; genre (m) ; lignée (v) ; parents (m) ; peuplade (v) ; race (v) ; sexe (m) ; tribu (v) ; variété (znw.) |
geslacht | descendance (v) ; genre ; lignage (v) ; sexe |
Bronnen: interglot; Trueterm; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `geslacht`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dynastie
NL: familie
NL: generatie
NL: genus
NL: kunne
NL: ras
NL: sek
NL: sekse
NL: sex
NL: stamhuis
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: het menselijk geslacht
FR: le genre humain
NL: het schone geslacht
FR: le beau sexe
NL: van geslacht tot geslacht
FR: d'âge en âge