Vertalingen flippen NL>FR
flippen (ww.) | échouer (ww.) ; flipper (ww.) ; s'écrouler (ww.) ; se délabrer (ww.) ; se rompre (ww.) ; tomber en ruine (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `flippen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afknappenNL: begevenNL: doldraaienNL: mislukken