Vertalingen eentje NL>FR
eentje
pronoun
één -
un seul / une seule Ik wil geen twee bier, ik wil er maar eentje. - Je ne veux pas deux bières, il m'en faut une seule. |
Jij bent me er ook eentje! (=<reactie op iemand die iets geks zegt of doet>) - Quel numéro!
|
in je dooie eentje (=helemaal alleen) - tout seul
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `eentje`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: eenUitdrukkingen en gezegdes
NL: er
eentje pakken
FR: prendre un petit verreNL: in zijn
eentje
FR: tout seul