Vertalingen eentje NL>ES
eentje
pronoun
één -
uno/-a solo/-a Ik wil geen twee bier, ik wil er maar eentje. - Yo no quiero dos cervezas, sino una sola. |
Jij bent me er ook eentje! (=<reactie op iemand die iets geks zegt of doet>) - ¡Estás tu bueno!
|
in je dooie eentje (=helemaal alleen) - completamento solo
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
eentje | completamente solo ; solo |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `eentje`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: een