Vertalingen eenmaal NL>FR
eenmaal
bijwoord
1) één keer -
une fois Eenmaal, andermaal, verkocht. (=<woorden waarmee een veilingmeester vaststelt dat iemand iets heeft gekocht>) - Une fois, deux fois, adjugé!
|
2) op een bepaald moment is het verleden of in de toekomst -
un jour Als ik eenmaal met pensioen ben, dan ga ik een grote reis maken. - Le jour où je serai à la retraite, je ferai un long voyage. Toen ze dat eenmaal had gezegd, wilde hij altijd bij haar blijven. - Une fois qu'elle avait dit cela, il voulait rester avec elle pour toujours. |
3) <om aan te geven dat iets niet meer te veranderen is>
-
<pour exprimer qu'il faut se faire une raison> Die dingen gaan nu eenmaal zo. - Ainsi va la vie. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
eenmaal | une fois ; lorsque ; un jour ; une fois que ; une seule fois |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `eenmaal`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: eensNL: ooitNL: weleensUitdrukkingen en gezegdes
NL: eenmaal, andermaal, derdemaal!
FR: une fois, deux fois, adjugé!NL: eenmaal is geen maal
FR: une fois ne compte pasNL: als hij maar
eenmaal geslaagd is
FR: une fois qu'il aura réussiNL: omdat er nu
eenmaal examens bestaan
FR: puisque examens il y aNL: dat is nu
eenmaal zo
FR: le fait est là