Vertalingen duo NL>FR
het duo
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈdyo] |
Verbuigingen: | -'s (meerv.) |
twee mensen bij elkaar -
duo (le ~) Zij vormen een duo voor viool en piano. - Ils forment un duo pour le violon et le piano. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het duo | couple (m) ; duetto (m) ; duo (m) ; époux (m-p) ; paire (v) |
Bron: Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `duo`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: tweetal