Vertalingen deugd NL>FR
[døxt] [mv: deugden]1 goede eigenschap in je gedrag - vertu
[vɛʀty] (la ~(v))
`Zijn grote deugd is zijn trouw.`
Sa fidélité est sa grande vertue.
`Iedereen heeft zijn deugden en gebreken.`
Tout le monde a ses défauts.
2
iets doet je deugd
iets maakt je blij - quelque chose te fait plaisir
`Het doet me deugd dat hij eindelijk zijn examen gehaald heeft.`
Cela me fait du bien de savoir qu'il a fini par réussir son examen.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de deugd | bonne qualité (v) ; vertu (v) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `deugd`

Voorbeeldzinnen laden....