Vertalingen controleren NL>FR
controleren
werkw.
Uitspraak: | [kɔntroˈlerə(n)] |
Verbuigingen: | controleerde (verl.tijd ) heeft gecontroleerd (volt.deelw.) |
1) bekijken of alles is zoals het moet zijn -
contrôler een tekst controleren op fouten - contrôler un texte pour voir s'il reste des erreurs De politie controleert of je niet te hard rijdt. - La police fait des contrôles pour voir si on ne roule pas trop vite. |
2) macht hebben over -
contrôler Vijandige troepen controleren het gebied. - Des troupes ennemies contrôlent le territoire. een wedstrijd controleren - dominer un match |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
controleren (ww.) | tester (ww.) ; revoir (ww.) ; rechercher (ww.) ; recalculer (ww.) ; parcourir (ww.) ; inspecter (ww.) ; examiner (ww.) ; effectuer (ww.) ; corriger (ww.) ; contrôler (ww.) |
het controleren | la vérification |
controleren | contrôle ; vérifier ; surveiller ; surveillance (v) ; surveillance ; s'assurer ; réviser ; monitoring (m) ; modérer ; lecture après écriture ; contrôler |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; cibg.be; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `controleren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beheersenNL: checkenNL: examinerenNL: inspecterenNL: keurenNL: nagaanNL: nakijkenNL: narekenenNL: natellenNL: schouwen