Vertalingen beletten NL>FR
beletten
werkw.
Uitspraak: | [bəˈlɛtə(n)] |
Verbuigingen: | belette (verl.tijd ) heeft belet (volt.deelw.) |
verhinderen -
empêcher iemand beletten te spreken - empêcher quelqu'un de parler iemand de doorgang beletten - empêcher le passage de quelqu'un |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
beletten (ww.) | bloquer (ww.) ; contrecarrer (ww.) ; dissuader (ww.) ; embarrasser (ww.) ; entraver (ww.) ; interdire (ww.) ; retenir (ww.) ; stopper (ww.) |
het beletten | interdiction (v) ; retenue (v) |
beletten | bloquer ; empêcher ; inhiber ; invalider |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `beletten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afhoudenNL: belemmerenNL: ervanaf houdenNL: lettenNL: remmenNL: stuitenNL: tegenhoudenNL: uitsluitingNL: verbiedenNL: verhinderen