Vertalingen bedonderen NL>FR
bedonderen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈdɔndərə(n)] |
Verbuigingen: | bedonderde (verl.tijd ) heeft bedonderd (volt.deelw.) |
bedriegen -
rouler de kluit bedonderen (=iedereen bedriegen) - se payer la tête de tout le monde
|
Ben je nou helemaal bedonderd? (=ben je gek geworden?) - T'es cinglé!
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bedonderen (ww.) | abuser (ww.) ; avoir (ww.) ; duper (ww.) ; escroquer (ww.) ; mettre dedans (ww.) ; tricher (ww.) ; tromper (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bedonderen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afzettenNL: bedottenNL: bedriegenNL: beduvelenNL: belazerenNL: besodemieterenNL: bezwendelenNL: misleidenNL: oplichtenNL: zwendelen