Vertalingen bank NL>FR
bank
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [bɑŋk] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) zitmeubel voor meer dan één persoon -
canapé (le ~) lekker op de bank zitten - être comfortablement installé dans le canapé kerkbank - banc d'église |
2) bedrijf dat in geld handelt -
banque (la ~) een rekening openen bij een bank - ouvrir un compte dans une banque bankrekening - compte en banque |
de bank van lening (=kantoor waar je geld kunt lenen in ruil voor een kostbaar voorwerp als onderpand) - le mont-de-piété / le crédit municipal
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de bank | maison de banque (v) ; canapé (m) ; banquette (v) ; banque commerciale (v) ; banque (v) ; banc (m) |
bank | établi ; strate ; institution bancaire ; assise ; berge ; barrure ; barre ; Banquette ; banque ; banc de travail ; banc de sable ; banc |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `bank`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bankbedrijfNL: bankgebouwNL: bestandNL: canapéNL: casinoNL: draaibankNL: handelsbankNL: zandbankNL: zitbankNL: zitplaatsUitdrukkingen en gezegdes
NL: oplopende
banken (van stadion bijv.)
FR: gradins (m mv)NL: door de
bank
FR: en général, en moyenneNL: de
bank houden
FR: tenir la banque, faire la banqueNL: de
bank doen springen
FR: faire sauter la banque