Vertalingen autorijden NL>FR
autorijden
werkw.
| Uitspraak: | [ˈɑutorɛidə(n)] |
| Verbuigingen: | reed auto (verl.tijd ) heeft autogereden (volt.deelw.) |
een auto besturen -
conduire | leren autorijden bij een autorijschool - apprendre à conduire dans une auto-école |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| autorijden (znw.) | usage de la voiture (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `autorijden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: rijden