Vertalingen aanpraten NL>FR
aanpraten (ww.) | convaincre (ww.) ; refiler (ww.) |
aanpraten | mettre dans la tĂȘte de quelqu'un |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `aanpraten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aansmerenNL: opdringenNL: wijsmaken