Vertalingen aanduiden NL>FR
aanduiden
werkw.
Uitspraak: | [ˈandœydə(n)] |
Verbuigingen: | duidde aan (verl.tijd ) heeft aangeduid (volt.deelw.) |
1) duidelijk maken -
indiquer Zijn trillende handen duiden aan dat hij zenuwachtig is. - Le tremblement de ses mains indique qu'il est nerveux. |
2) aanstellen, benoemen -
désigner een nieuwe kabinetschef aanduiden - désigner un nouveau chef de cabinet |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aanduiden (ww.) | désigner (ww.) ; indiquer (ww.) ; indiquer quelquechose (ww.) ; montrer (ww.) ; pointer (ww.) ; signaler (ww.) |
het aanduiden | désignation (v) ; indication (v) |
aanduiden | affecter ; dénommer ; mentionner ; surveiller |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Omegawiki.org; Trueterm; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `aanduiden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangevenNL: aankondigenNL: aanstippenNL: aanwijzenNL: betekenenNL: iets aanwijzenNL: indicerenNL: karakteriserenNL: kenmerkenNL: merken