economisch

Vertalingen economisch NL>ES

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ekoˈnomis]

1) van de economie ^economie - económico/-ca

economisch verantwoord (=zo dat het geïnvesteerde geld (met winst) wordt terugverdiend) - económicamente justificado
het economische leven (=handel, industrie, landbouw, verkeer, dienstensector enz.) - la vida económica

2) zuinig - económico/-ca

economisch omgaan met water en energie - usar el agua y la energía económicamente

Overige bronnen

economisch

ahorrador ; económicamente ; económico ; economizador ; eficaz ; eficiente ; parco ; parsimonioso

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `economisch`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: betrekking hebbend op economie
NL: spaarzaam
NL: zuinig
NL: zuinigjes

Ook in de database