werkw.
een bril nodig hebben, omdat je minder goed gaat zien - necesitar gafas porque empiezas a ver menos. een programma gezien hebben op tv - haber visto un programa en la televisión |
het voor gezien houden (=weggaan) - largarse
|
Ik zie je! (=<afscheidsgroet>) - ¡Te veo!
|
Mij niet gezien! (=<dit zeg je als je iets echt niet wilt>) - ¡No cuentes conmigo!
|
We zien wel. (=we wachten maar af) - Ya veremos.
|
iets zien in... (=verwachtingen hebben van (iets of iemand)) - ver algo en
Wat ziet hij toch in dat meisje? - ¿Qué es lo que ve en esa chica?
|