Vertaal
Naar andere talen: • zeiken > DEzeiken > ENzeiken > FR
Vertalingen zeiken NL>ES

zeiken

werkw.
Uitspraak:  zɛikə(n)]
Verbuigingen:  zeikte (verl.tijd ) heeft gezeikt/gezeken (volt.deelw.)

1) klagend praten over iets - dar la lata
Zit niet zo te zeiken, maar doe er wat aan! - ¡Deja de dar la lata y haz algo!

2) plassen - mear
uitdrukking het zeikt

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
zeiken (ww.) charlar (ww.) ; chinchar (ww.) ; cotorrear (ww.) ; dar la tabarra (ww.) ; demorar (ww.) ; demorarse (ww.) ; hacer más lento (ww.) ; mear (ww.) ; orinar (ww.) ; parlotear (ww.) ; quejarse (ww.) ; retrasar (ww.) ; tardar (ww.) ; vacilar (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `zeiken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aarzelen
NL: dralen
NL: drentelen
NL: druilen
NL: etteren
NL: griepen
NL: hannesen
NL: klieren
NL: piesen
NL: pissen