Vertalingen voortrekken NL>ES
voortrekken (ww.) | aparentar (ww.) ; desplazar hacia delante (ww.) ; favorecer (ww.) ; fingir (ww.) ; hacer deslizar el parabrisas (ww.) ; pretextar (ww.) ; privilegiar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `voortrekken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: begunstigenNL: bevoordelenNL: iemand begunstigenNL: prefererenNL: verkiezenNL: voorschuiven