Vertalingen volk NL>ES
het volk
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [vɔlk] |
Verbuigingen: | -eren, -en (meerv.) |
1) de inwoners van een land of groep mensen die dezelfde taal spreekt -
pueblo (el ~) het Belgische volk - el pueblo belga het Vlaamse volk - el pueblo flamenco woestijnvolk - pueblo desértico |
2) de gewone burgers, die niet tot de hogere kringen behoren -
pueblo (el ~) Verbuigingen: | g.mv. (meerv.) |
Het volk kwam in opstand tegen de adel en de koning. - El pueblo se rebeló contra la nobleza y el rey. |
3) groep mensen -
gente (la ~) Verbuigingen: | g.mv. (meerv.) |
De kermis trok veel volk. - La feria atrajo a mucha gente. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het volk | la gente (v) ; la nación (v) ; la personas (v) ; el pueblo (m) ; el seres (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `volk`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: massaNL: mensNL: natieNL: publiekNL: stam