Vertalingen verlengen NL>ES
verlengen
werkw.
| Uitspraak: | [vərˈlɛŋə(n)] |
| Verbuigingen: | verlengde (verl.tijd ) heeft verlengd (volt.deelw.) |
1) langer maken -
alargar | een rok verlengen - alargar una falda |
2) langer laten duren -
prorrogar | je paspoort verlengen - renovar tu pasaporte |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| verlengen (ww.) | alargar (ww.) ; hacer más largo (ww.) ; prolongar (ww.) ; prorrogar (ww.) |
| verlengen | alargamiento |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `verlengen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: doortrekkenNL: duur verlengenNL: prolongerenNL: rekkenNL: uitleggenNL: uitrekkenNL: uitstellenNL: verdagen