Vertalingen verhuizen NL>ES
verhuizen
werkw.
| Uitspraak: | [vərˈhœyzə(n)] |
| Verbuigingen: | verhuisde (verl.tijd ) |
1) (iemands spullen) definitief naar een ander huis brengen -
trasladar | Verbuigingen: | heeft verhuisd (volt.deelw.) |
| de meubels verhuizen met een vrachtwagen - trasladar los muebles con un camión |
2) in een ander huis gaan wonen -
mudarse | Verbuigingen: | is verhuisd (volt.deelw.) |
van een flat naar een vrijstaande woning verhuizen - mudarse de un piso a una vivienda independiente
van Rotterdam naar Amsterdam verhuizen - mudarse de Rotterdam a Amsterdam
Mijn ouders zijn sinds hun huwelijk nooit verhuisd. - Mis padres no se mudaron nunca desde que se casaron. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| verhuizen (ww.) | amanecer (ww.) ; arrebatar (ww.) ; desaparecer (ww.) ; despachar (ww.) ; echar (ww.) ; levantar (ww.) ; mudar de casa (ww.) ; mudarse (ww.) ; remover (ww.) |
| verhuizen | trasladarse |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `verhuizen`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: migrerenNL: overlopenNL: verkassen
