Vertaal
Naar andere talen: • vastmaken > DEvastmaken > ENvastmaken > FR
Vertalingen vastmaken NL>ES

vastmaken

werkw.
Uitspraak:  [ˈvɑstmakə(n)]
Verbuigingen:  maakte vast (verl.tijd ) heeft vastgemaakt (volt.deelw.)

zorgen dat iets vast zit - fijar , sujetar
de kabel vastmaken aan de paal - fijar el cable al poste

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vastmaken (ww.) adjuntar (ww.) ; agarrotar (ww.) ; amarrar (ww.) ; amordazar (ww.) ; anexar (ww.) ; atar (ww.) ; colocar (ww.) ; fijar (ww.) ; juntar (ww.) ; montar (ww.) ; pegar (ww.) ; sujetar (ww.) ; unir (ww.)
het vastmakenla sujeción (v)
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `vastmaken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aan elkaar bevestigen
NL: aanleggen
NL: aanmeren
NL: afmeren
NL: bepalen
NL: bevestigen
NL: bevestiging
NL: binden
NL: ergens aan bevestigen
NL: fixeren