1. MWB
  2. Vertalen
  3. uitpraten (NL>ES)
Vertaal
Naar andere talen: • uitpraten > DE • uitpraten > EN • uitpraten > FR
Vertalingen uitpraten NL>ES

uitpraten

werkw.
Uitspraak:  [ˈœytpratə(n)]
Verbuigingen:  praatte uit (verl.tijd ) heeft uitgepraat (volt.deelw.)

door praten oplossen - solucionar
Je kunt het probleem beter meteen uitpraten, anders blijft het je dwarszitten. - Es mejor solucionar el problema inmediatamente, si no te queda a mal traer.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
uitpraten (ww.) conciliar (ww.) ; dirimir (ww.) ; discutir (ww.) ; hablar de (ww.) ; terminar (ww.)
het uitpratenel terminar hablando (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `uitpraten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bijleggen
NL: ruzie bijleggen
NL: uitpraten tot het eind
NL: uitspreken