Vertalingen trip NL>ES
trip
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [trɪp] |
| Verbuigingen: | trips (meerv.) |
1) klein reisje -
excursión (la ~), paseo (el ~) | stedentrip - excursión a una ciudad |
2) tijd waarin je waanvoorstellingen hebt onder de invloed van drugs -
tripi (el ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de trip (v) | jornada |
| de trip (m) | el arte (m) ; la escapada (v) ; la etapa (v) ; la excursión (v) ; el paseo (m) ; el trayecto (m) ; el viaje (m) |
| trip | callo ; trip ; tripa ; viaje |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `trip`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: excursieNL: ReisNL: ritNL: rondreisNL: rondritNL: tochtNL: tochtjeNL: toerNL: toertjeNL: tour